Iedereen heeft het weleens meegemaakt: je staat voor de wasmachine met een fles of doos wasmiddel en je vraagt je af, “Waar gaat dit nu weer in?” Geen zorgen! Hier is een simpele gids om je te helpen.
Inhoudsopgave
Wanneer gebruik je waspoeder?
Waspoeder is net als het poeder dat je gebruikt als je limonade maakt, maar dan voor je kleding! Het moet in het bakje van je wasmachine. Als je het direct bij je kleding in de trommel doet wordt niet alles even schoon. Het grootste vakje in het bakje (meestal met een II erop) is voor het waspoeder. Dit poeder helpt vooral goed als je kleren hebt met nare vlekken, zoals modder of saus.
En vloeibaar wasmiddel? Hoe gebruik je dat?
Vloeibaar wasmiddel is net als zeep, maar dan voor je kleren. Dit gaat ook in het bakje van de wasmachine in het grootste vakje. Maar er is een trucje: je kunt ook een speciaal balletje, de ‘wasbal’, vullen met dit vloeibare wasmiddel. Dat balletje leg je dan bovenop je kleding in de wasmachine. Er zijn ook kleine zakjes vloeibaar wasmiddel. Die leg je direct bij je kleren in de trommel.
Wat zijn wasnoten en hoe gebruik je ze?
Heb je ooit gehoord van wasnoten? Dat zijn kleine, milieuvriendelijke balletjes om je kleren mee te wassen. Doe ze in een zakje en leg dat bij je kleren in de trommel. Super makkelijk en ook nog eens goed voor het milieu!
Symbolen op de wasmachine
Soms zie je tekeningetjes of nummertjes op je wasmachine. Die helpen je om te weten waar alles in moet. Meestal is het vakje met II voor het normale wassen en het vakje met I voor extra vieze kleding. En zie je een sterretje of bloemetje? Dat vakje is voor iets lekkers: de wasverzachter.
Snel antwoord voor als je haast hebt
Wasmiddel doe je in het bakje van de wasmachine. Als het vloeibaar wasmiddel is, kan het ook in een balletje of zakje dat je bij de kleren legt.